Hoofdbanner

De ruimte zit vol met sterren, dat zal iedereen bekend zijn. Hoeveel dat er zijn? Onmetelijk, letterlijk niet te meten.
Ons zonnestelsel (onze zon met de planeten Mercurius, Venus, Aarde, Mars etc.) maakt deel uit van de Melkweg, een sterrenstelsel bestaande uit meer dan een miljard sterren. Op hun beurt zijn er ook weer meer dan een miljard sterrenstelsels, dus het minimaal aantal sterren in het heelal is miljard keer miljard. Belachelijk veel ja. Ervan uitgaande dat elke ster omgeven is door zo'n 5 à 10 planeten is in te zien dat het aantal planeten in het heelal nog eens extra groot is, niet te omvatten zo veel. 

Er zijn binnen onze Melkweg sterren die relatief dicht bij onze zon staan. Van deze sterren is door sterrenkundigen een catalogus opgesteld binnen 80 lichtjaar van onze zon (en dus van de aarde). Een lichtjaar is de afstand die het licht (snelheid 300.000 km/s) in één jaar aflegt. Voor de duidelijkheid: het licht van onze zon doet er ruim 8 minuten over om de aarde te bereiken.

Deze catalogus heet de Gliese-catalogus, genoemd naar de Duitse sterrenkundige Wilhelm Gliese. Er zijn toe nu toe 3800 sterren vastgesteld, met namen die steevast beginnen met Gl, gevolgd door hun nummer.
Zo is Gl 581 (Gliese 581) een zwakke, met het blote oog niet zichtbare ster in het sterrenbeeld Weegschaal (Libra). De ster is een zogenaamde rode dwerg (niet erg groot, zo’n eenderde van onze zon) en heeft in ieder geval vier planeten om zich heen. Naar andere planeten rond deze ster wordt nog gezocht. Het bestaan van deze exoplaneten (= planeten buiten ons eigen zonnestelsel) weet men door bepaalde (minimale) bewegingen van de ster onder invloed van gravitatiekrachten, alsmede een (zeer) klein verschil in lichtsterkte dat door supergevoelige telescopen wordt opgevangen wanneer zo'n planeet voorlangs een ster beweegt. Door de eerste methode kan men de massa van de exoplaneet bepalen, door de tweede methode de straal en dus de grootte.
Andere bekende sterren uit de Gliese-catalogus zijn Wega (Gl 721), Capella (Gl 194) en Altair (Gl 768). Deze zijn zeer helder en met het blote oog goed te zien. Wega bijvoorbeeld staat op een heldere nacht in de zomer meestal recht boven ons.

Het interessante aan de planeten rondom Gliese 581 is dat daar waarschijnlijk aardse omstandigheden heersen. Met name planeet Gliese 581 c heeft de belangstelling van sterrenkundigen gewekt. Zozeer zelfs dat er op 9 oktober 2008 een radiosignaal naar toe is gestuurd, in de hoop dat wanneer daar intelligent leven aanwezig is, dat dit leven daarop zal kunnen reageren. De afstand aarde – Gliese 581 c bedraagt ruim 20 lichtjaar, dus op z’n vroegst kunnen we in het jaar 2049 een bericht terug verwachten. Dat wordt spannend tegen die tijd.

Of we daar ooit kunnen wonen? De planeet is ruim anderhalf keer zo groot als de aarde, dus ruimte zat, zou je denken. Een jaar duurt daar 13 dagen. Je kunt er dus flink oud worden. De temperatuur ligt tussen de 0 en 40 °C. Best wel aangenaam.
Wie weet dat we er over pakweg een miljoen jaar gaan wonen. Wanneer we het probleem van ruimtereizen hebben opgelost. Zeg nooit nooit. Overigens heeft de James Webb-telescoop (als opvolger van de Hubble-telescoop) onlangs ook zijn eerste exoplaneet ontdekt. Het heeft fraaie foto's opgeleverd. Er zullen er nog vele volgen, is de verwachting.