Met dit omvangrijke werk van meer dan 500 bladzijden heeft de Spaanse schrijfster Irene Vallejo zichzelf een ambitieus doel gesteld. “Een geschiedenis van de wereld in boeken” te schrijven, zoals de ondertitel dan ook luidt.
Het boek is ingedeeld in twee hoofdstukken: Griekenland bedenkt de toekomst (de eerste 300 bladzijden), De wegen van Rome (de rest). Het moet gezegd, de schrijfster, die klassieke literatuur studeerde aan de universiteiten van Zaragoza en Florence, geeft blijk van een grote eruditie. Met gemak verbindt ze klassieke schrijvers als Plato, Sappho, Aischylos, Euripides, Sophocles, Cicero, Vigilius en Ovidius met die van de beroemdheden uit onze tijd als een Umberto Eco, Virginia Woolf, James Joyce, Oscar Wilde, Quentin Tarantino, en noem maar op. Haar kennis van en inzicht in de oude Griekse en Romeinse cultuur is ongeëvenaard. Op de achterflap staat onder andere te lezen: “Een sprankelende liefdesverklaring aan het lezen”. En: “Papyrus is een goudmijn aan weetjes”. Helemaal mee eens, vooral het laatste citaat.
De titel Papyrus voor dit boek is treffend gekozen, omdat na de kleitabletten deze rollen van de papyrusplant werden gebruikt om teksten op te schrijven en te bewaren. Dit bewaren was wel een probleem: de papyrusrollen werden snel aangevreten door insecten en konden slecht tegen vocht. Later verscheen het perkament dat werd vervaardigd uit dierenhuiden. Nog weer later verscheen het papier waar wij heden ten dage nog op schrijven of onze teksten op laten drukken. Het woord “papier” is afgeleid van zijn oervorm de “papyrus”.
Het begin van het boek is overrompelend met de geschiedenis van de veldtochten van Alexander en zijn stichting van de stad Alexandrië. Zijn voornemen ook om daar de grootste bibliotheek van de wereld te vestigen. Het enthousiasme van de schrijfster is in elke passage en anekdote voelbaar. Alsof het geschreven móest worden. Dat belooft veel, denk je als meelevende lezer. Haar eigen geschiedenis en belevingen bij het lezen van boeken vullen dat in eerste instantie goed aan, het maakt het lezen levendig en invoelbaar. Wat echter na een tijdje op begint te vallen zijn de sprongen die in de tijd worden gemaakt. Soms weer vooruit, tot zelfs in onze tijd, dan weer terug naar nog voor de Griekse beschaving. Er zit weinig lijn in. Dan nog kan dat voor extra levendigheid en verdieping leiden, flashbacks zorgen soms voor meer inzichten in bepaalde ontwikkelingen, maar zeker in de laatste 200 bladzijden bekruipt je het gevoel als lezer van rommeligheid en veel herhalingen. Je gaat alle kanten van de geschiedenis op, steeds heen en weer, om duizelig van te worden.
Wat verder opvalt is de vaak suggestieve tekst. Omdat de schrijfster niet precies weet van bepaalde omstandigheden, ze leefde toen immers niet en uit de oude geschriften valt weinig duidelijks te noteren, vult ze dat voor zichzelf en de lezer in. Vaak begint ze een zin met: “Zo stel ik me voor dat …”, waarna er een opsomming van details volgt alsof ze er zelf bij is geweest en alles nauwkeurig geregistreerd heeft. Kortom, ze verzint er een heleboel bij met als motivatie dat het “op deze manier had kunnen gebeuren”. Dat leest natuurlijk onderhoudend, maar zorgde er bij mijzelf in ieder geval voor dat ik naarmate het boek vorderde steeds meer afstand tot de tekst begon te nemen.
En ja, de geschiedenis van het boek is natuurlijk niet beperkt tot de periode van de oude Grieken en Romeinen. Hier wreekt zich het feit dat ze klassieke literatuur heeft gestudeerd. Ze bekijkt haar onderwerp, de geschiedenis van het boek, vrijwel alleen vanuit de bril van de classicus. Alsof er geen Chinese geschiedenis van het boek is geweest, de wereld van de Vikingen geen Edda heeft voorgebracht, er in de Indische oudheid geen Gilgamesj-epos is ontstaan, alsof ook de Bijbel, de denkwijzen van Boeddha, Confucius en andere grondleggers van filosofie en religie nooit voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Toch door boeken, zou je zeggen.
Ook de uitvinding van de boekdrukkunst, rond 1450 in Duitsland door Johannes Gutenberg te Mainz, en de eerdere uitvinding al door de Chinezen, komt niet aan de orde. Een duidelijke omissie wanneer je pretendeert de geschiedenis van het boek weer te willen geven, lijkt mij.
Beter had de ondertitel kunnen zijn: “Een geschiedenis van het boek in de Griekse en Romeinse oudheid”. Het had de lading beter gedekt, alsmede de lezer op zijn zoektocht naar die geschiedenis meer houvast gegeven. Want een rijk boek is het, met al zijn anekdotes van ons bekende en minder bekende filosofen en schrijvers uit de Griekse en Romeinse tijd. Een boek boordevol weetjes, jawel. Voor de liefhebber van de klassieke oudheid, dat ook.
Papyrus - Irene Vallejo
Plaats reactie