Frequenties
ik sla een toon aan
hij blijft hangen tussen mijn vingers
te vroeg om gehoord te worden
dan een volgende
in een ander register
met de behoedzaamheid van iemand
die weet: stijgen is
omhoogvallen in het klein
daarna twee lager
alsof ik terug moet naar de plek
waar de grond was
voordat ik begon te klinken
er zindert een vorm van denken
zoekt een lichaam om in te wonen
geen melodie, eerder
een poging tot verstaan
ik speel verder, toon na toon
aarzelend, bang het einde te bereiken
voor het begin het heeft begrepen
er ontstaat een lied
niet om te onthouden
maar om steeds weer te verliezen
Genoeg
de wereld te vouwen
tot iets hanteerbaars
een gebaar van de hand
dat zegt: genoeg
te voelen hoe een druppel valt
de huid zichzelf herkent
in de aanraking van de ander
we tellen onze vingers
vergeten wat zich niet laat meten
de trilling in de keel
voordat een naam wordt uitgesproken
het gewicht van wachten
er is nog een restant van vroeger
dat weigert te gehoorzamen
geen winst, geen les
eerbied
ze ligt niet in buigen
maar in blijven staan
in het ontvangen
van wat door ons heen ademt
Op een dag zal ik vleugels krijgen
tussen vertrek en terugkeer
schiet het uit mijn schouders
een aanzet tot beweging
de stad trilt onder zijn eigen gewicht
auto’s ademen uit
mensen nemen bezit van de tijd
ik leer mijn lichaam
stijgen is geen verdwijnen
lucht schaamt zich niet om niets te dragen
de dokter zegt: het is een kwestie van groei
maar ik voel alleen maar
iemand die mij van binnenuit hertekent
er zijn dagen dat ik de grond
niet meer vertrouw, en mij voorstel
hoe ik boven mijzelf zou hangen
niet als verheffing
maar een systeem dat toegeeft
aan een andere richting van zwaarte
niemand zal het zien
het is geen wonder
alleen iets dat te lang heeft gewacht