De herfst is begonnen, officieel op 22 september. Zoals elk seizoen heeft ook de herfst zijn specifieke Christelijke jaarfeest, dit is het weinig bekende Michaëlsfeest op 29 september. Zo wordt de lente gekenmerkt door Pasen, de zomer door het feest van Johannes de Doper (Sint Jan) en de winter door Kerstmis. Daartussen bevinden zich de wat kleinere feesten, meestal zo’n 40 dagen na het ene en 40 dagen voor het andere feest, als een extra ankerpunt in het jaar.
Het meebeleven van de jaarfeesten is geen vanzelfsprekendheid meer voor mensen van onze tijd. Sterker, het ritmische bewegen van de natuur door het jaar heen gaat gewoonlijk aan ons voorbij. Het verschil in seizoen is vaak slechts een kwestie van een dunnere of dikkere jas.
Dat kun je beschouwen als een gemis. Opgegroeid als we zijn in een verstedelijkte wereld vol elektrische apparaten, kunstmatige verlichting en virtuele contacten hebben we nog nauwelijks een gevoel voor wat je het ademen van de aarde zou kunnen noemen. We zijn er niet mee bezig, te veel als we in beslag worden genomen door werk, sociale contacten en consumeren.
Vroeger, in de tijd vòòr de Industriële Revolutie, was dat anders. Toen was men veel meer één met de natuur, was men ook afhankelijk van diezelfde natuur. Een misoogst kon hongersnood, ziektes en massale sterfte tot gevolg hebben. De natuur was voelbaar, tastbaar, overal aanwezig. Dit leidde tot allerlei soorten geloof en bijgeloof. Met alle uitwassen van dien.
Niet dat we naar de tijd van vroeger terug moeten. Nee, absoluut niet. Er was toen weliswaar sprake van een natuurbewustzijn, maar het ontbrak de mens aan wat wij de afgelopen eeuwen juist ontwikkeld hebben: zelfbewustzijn. Wat betekent: bezig zijn onszelf als individu uiteen te zetten in de wereld. Wie ben ik, wat zijn mijn normen en waarden, hoe sta ik in het leven?
Door aandacht aan de jaarfeesten te schenken kunnen we juist iets van dit bewustzijn verder uitdiepen. Dat kun je merken bij de viering van het Michaëlsfeest op 29 september.
Michaël is een aartsengel, zoals beschreven in zowel het Oude als het Nieuwe Testament van de Bijbel en ook de Koran. Een van de zeven aartsengelen die wij kennen. In de Openbaring van Johannes staat hoe Michaël de draak in de hemel heeft overwonnen en deze vervolgens op aarde werpt.
Dit beeld van de draak die overwonnen moet worden komt in verschillende mythen en sagen voor. Denk aan Perseus in de Griekse mythologie of aan Sint-Joris uit Middeleeuwse verhalen. Volgens Jung is het motief van de draak die verslagen dient te worden een van onze archetypen. Een archetype is de inhoud van het collectieve onbewuste dat wij als mensen op elkaar overdragen.
De draak staat in zijn algemeenheid voor het kwaad, voor de kracht die de mens ‘onvrij’ wil maken of houden. Wat de mens onvrij maakt is datgene wat hem bindt aan aardse omstandigheden als hebzucht, behoefte aan macht en status, verslaving. Het zijn de aardse verleidingen die hem wegvoeren van een innerlijke vrijheid, van het vermogen ruimte te creëren voor zichzelf en de ander.
We kunnen als mens de draak verslaan door ons bewust te worden wie we zijn, wat we als motieven in ons dragen en waar we naar toe willen. En met name, wat ons hierbij tegenwerkt. De sleutel hiertoe is ons bewustzijn.
Het begrip bewustzijn staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling van filosofen en neurologen. Volgens de meesten van hen is het een combinatie van molecuulprocessen in de hersenen. Maar deze redenering is geënt op het idee dat materie de grondslag van het leven is. Dit soort denken reduceert de mens tot een voorgeprogrammeerde machine, zonder zingeving en vrije wil.
Wil je onderzoeken wat het wel is, let dan allereerst op het woord bewustzijn zelf, dat is eigenlijk een werkwoord. Voor bewust zijn moeten we dus aan de slag, in beweging komen. Het vraagt een actieve waarneming van zowel de buitenwereld als de eigen binnenwereld. Een waarneming die overgaat in aandacht.
De meeste mensen in onze westerse wereld denken dat het bewustzijn in ons hoofd zit. Dat kenmerkt de mens van nu, grotendeels vertrouwend op zijn denken. Maar het bewustzijn kan zich overal bevinden in het lichaam en zelfs daarbuiten. Daar valt mee te oefenen, met meditatietechnieken bijvoorbeeld.
Het lastige is, bewustzijn valt niet te meten. Daar zijn geen instrumenten voor. Toch weten we dat het bestaat. Omdat we bewustzijn beleven!
Beleving, daar gaat het om. Dat zorgt voor de gewenste interactie tussen lichaam, geest en omgeving. Kunst en een scheppende cultuur zijn juist daarom zo belangrijk, omdat ze aan de strikt persoonlijke beleving appelleren. Als we hier mee bezig zijn versterken we ons bewustzijn.
Aan het begin van de herfst zien we dat de zichtbare natuur begint af te sterven om tot ontbinding over te gaan. Dit ruik je, dit proef je als je door de bossen loopt. De stilte die er hangt is er een van berusting. Je voelt, het is voorbij, de tijd van groeien en bloeien. Het leven is aan het inzakken, de grond in. Je kunt dit aan den lijve ondervinden. Het brengt iets mistroostigs met zich mee, een bepaald soort gelatenheid ook. Er valt niets aan te doen. Nog eenmaal, als in een soort van stuiptrekking, lichten de rood gekleurde bladeren van de bomen fel op in een ondergaande zon. Maar je weet, de dagen worden korter en kouder, de natuur kaler, want de winter is in aantocht.
Ga je met deze natuurbeleving mee, en dat is eigenlijk wel de bedoeling, dan stuit je op een moeilijkheid. Je zou in jezelf een afbraakproces kunnen ervaren, overeenkomstig wat er gebeurt in de uiterlijke natuur om je heen. Je voelt je levenskrachten wegvloeien. Daar kun je flink moe of zelfs depressief van worden.
Daarom, in de herfst wordt er een beroep op ons gedaan. Om overeind te blijven zullen we de afbraakprocessen die we om ons heen beleven innerlijk moeten weerstaan. Dat vereist iets nieuws. Het vraagt om een tegenkracht die het ontbindende karakter van de natuur overwint. We worden gedwongen in ons bewustzijn het tegenovergestelde aan te boren van wat er buiten ons gebeurt. Tegenover het sterven dienen we het levende, het wordende in onszelf naar boven te halen. Dat valt in eerste instantie niet mee. We zijn dat vanuit ons dagelijks leven niet gewend. Het vraagt een bepaald soort afdaling in ons binnenste. Dat kost kracht.
Dit aanboren van ‘het levende’ in jezelf kun je doen door net als de natuur jezelf “af te leggen”. Houd jezelf tegen het licht. Durf te sterven. Als met een zwaard snijd je wat dit licht niet verdraagt, en dus al te aards is, denkbeeldig van je af. Dat zijn de uiterlijkheden die jouw persoon in de wereld helpen te overleven, de eigenschappen die jou aan de buitenkant zichtbaar doen zijn. Die doen er niet echt toe. Maak jezelf leeg. Je stuit dan op wat er overblijft, een kern vergelijkbaar met het zaad in de aarde. In die kern zit een levenskiem, een bron van groei en licht. Wanneer het je lukt dit gedeelte in jezelf te herkennen, ontdek je innerlijke rust, misschien ook idealen en andere vormen van zingeving.
Er zit vuur in. Je eerste impuls is dit vuur naar buiten te willen brengen. Maar, de buitenwereld zal jouw goedbedoelde motieven vaak niet begrijpen. O nee, je gaat tegen de stroom in, tegen de tijdsgeest, tegen wat er in de maatschappij in brede zin plaatsvindt. Daar zit men niet op te wachten. Je zult weerstanden ontmoeten, strijd leveren. Of, om met het beeld van Michaël te spreken, je zult de draak ontmoeten en deze willen verslaan. Maar de draak zal niet meewerken.
Dat is het beeld van Michaël. Dit kunnen we ons bewust worden tijdens het Michaëlsfeest en in de periode daarna: keer te midden van een omgeving die uiterlijke zekerheden aan het verliezen is, naar binnen toe. Ontdek daar zingeving.
Het terugtrekken van ‘het levende’ gebeurt trouwens niet alleen in de herfst, maar ook in de tijdspanne waarin we sinds ruim een eeuw leven. Als mensheid zijn we steeds meer vervreemd geraakt van onze oorsprong, onze eigen natuur. Daarom kun je het ook breder zien: ontwikkel te midden van een wereld die innerlijk het spoor aan het kwijtraken is, getuige de breuken in relaties, de roofbouw die op de natuur wordt gepleegd, het jachtige leven waardoor steeds meer mensen in de stress raken of overspannen worden, ontwikkel daarin iets eigens: licht, ruimte en begrip in je binnenste. Zoek en ontdek nieuwe motieven om voor te leven. In de wereld, in jezelf.
Je kunt dit uitdragen naar de buitenwereld en daar strijd ontmoeten. Maar pas op, wees je ervan bewust dat je te allen tijde de strijd aangaat met jezelf, met de draak in jou. Hoe dat zit bij de ander of in de wereld is in eerste instantie minder belangrijk. Wel in zoverre dat je met die ander mee kunt leven, maar niet om die te willen verbeteren. Hoe jij de ander en de wereld ziet, is een afspiegeling van jou zelf. In jezelf draag je je hoogst persoonlijke eigenheid. Strijden tegen de ander is verliezen van jezelf.
Uit: Jaarfeesten: achtergronden en betekenis in onze tijd - Fred Tak, Uitgeverij Christofoor 2017.
Het Michaëlsfeest
Plaats reactie