Hoofdbanner

Vanaf mijn 16e jaar ben ik als vanzelf ondergedompeld geraakt in de astrologie. Mijn oudste broer kreeg toen van mijn moeder een groot en dik astrologieboek van Derek & Julia Parker. Ik stortte me daar gretig op, las al gauw een veelvoud aan andere astrologieboeken* en maakte een paar jaar later de eerste geboortehoroscopen. Dit heb ik zo'n 20 jaar gedaan, al gauw tegen betaling. Ik kreeg veel opdrachten, zelfs uit het buitenland van mensen die ik niet kende en van wie ik ook niets afwist. Op een gegeven moment had ik er genoeg van. Laat mensen hun eigen koers uitstippelen, dacht ik steeds sterker. Wie ben ik om ze te duiden?
Ik heb er lang mee geworsteld in welk kader ik mijn eigen bevindingen moest gieten. Onder andere hebben de geschriften van Elisabeth Vreede mij verder aan het denken gezet. Er klopte iets niet, voorvoelde ik. Dat heeft mij doen besluiten op onderzoek te gaan naar de zin en onzin van astrologie. Het heeft geresulteerd in onderstaand relaas, ook te lezen in mijn boek Esoterisch waarnemen.

Astrologie is zo oud als de mensheid zelf, wordt wel eens beweerd. In ieder geval is het de oudste wetenschap die we kennen. De Chaldeeërs en de Egyptenaren bijvoorbeeld beoefenden haar al zo'n 3000 jaar voor Christus.
Dat gebeurde echter wel op een heel andere manier dan we ons nu kunnen voorstellen. Men keek toen niet zozeer naar de zon, de maan, de planeten en de sterren, men "schouwde" ze.
De mens van toen was nog geheel ingebed in een geestelijk-goddelijke wereld en was zich weinig bewust van het eigen individu. In het bijzonder in slaaptoestand leefde de mens te midden van zijn goden. Hij was één met de sterrenwereld, één met de kosmos.
Die sterrenwereld zelf was van de andere kant bekeken onlosmakelijk verbonden met het lot en de levensloop van de mensen. De gang der hemellichamen bepaalde het leven van de mens, zou je kunnen zeggen. Hierdoor was de mens weliswaar geborgen, maar in belangrijke mate onvrij.
Geleidelijk echter begon de mens die hechte verbinding met de sterrenwereld te verliezen. Hij raakte langzaam aan los van zijn goden. Hij had ook iets nodig om die verbinding weer tot stand te brengen: hij begon te rekenen. Hiermee werd uit de astrologie de astronomie geboren.

In de Griekse tijd, zo'n 600 v. Chr., had dit rekenen zich definitief tussen de mens en de kosmos gevoegd. Astrologiebeoefenaren konden sindsdien niet meer duiden zonder het doen van berekeningen. De tijd van het innerlijk schouwen was voorbij. Vanaf toen bestond er een afstand tussen de hogere geestelijke wereld en het innerlijk van de mens. De mens gleed langzaam weg van de goddelijke wereld.
Waar naartoe? Als er niets gebeurde, zou de mens afglijden naar en ten prooi vallen aan een innerlijke verduistering. Het gebeuren op Golgotha, waar de goddelijke geest zich volgens ingewijden opnieuw verbond met de aarde, gaf de mens esoterisch gezien de impuls weer vooruit te kunnen. De mens verkreeg weer toegang tot de geestelijke wereld, nu echter op basis van persoonlijke vrijheid. Het lag aan de mens zelf welke weg te kiezen, die van de aardse materiële welvaart of die van de vergeestelijking.

Opvallend is dat in de eerste eeuwen na Christus de astrologie juist tot grote bloei kwam. Alsof de mens terugdeinsde voor zijn pas verkregen vrijheid en zich nog even aan het oude wilde vastklampen.
Toen ook zijn de fundamenten gelegd voor de astrologie zoals die heden ten dage nog steeds beoefend wordt. Het huizensysteem volgens Placidus en de afspraak dat het lentepunt vast ligt op nul graden Ram, stamt uit die tijd. Bovenal schreef Ptolemeüs toen zijn twee standaardwerken over astrologie, de Almagest en de Tetrablios, waarin de bewegingen van de hemellichamen en hun invloed op de mens uitgebreid en nauwkeurig worden beschreven.
Maar de innerlijke samenhang was toen al op losse schroeven komen te staan. Juist door de verkregen vrijheid van de mens "klopte" de astrologie niet langer. Ze kwam in de loop der eeuwen steeds minder overeen met de levensbestemming en de levensloop van de mens. De mens ontwikkelde zich en de astrologie bleef stil staan. De afstand werd steeds groter.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat weldenkende mensen de astrologie begonnen te verwerpen. Juist zij die in de mensheidsontwikkeling het meest vooruit liepen, de moderne wetenschappers, voelde deze ouderwetse astrologie aan als een oud soort bijgeloof.

Hoewel het dus gedaan leek met de astrologie, waren er incidenteel nog wel zieners die van diezelfde astrologie gebruik maakten. Nostradamus bijvoorbeeld, die halverwege de 16e eeuw leefde, vervatte zijn astrologische inzichten in beeldrijke verzen die tot voorbij onze tijd gelezen zullen worden. Nostradamus rekende echter niet, hij "zag" nog ouderwets.
Tycho Brahe, die een tiental jaren later leefde, was eveneens een bekende astroloog, in dienst aan het hof van de Deense koning. Hoewel hij veel intuïtief afleidde, maakte hij tevens gebruik van berekeningen. Toch was er bij hem nog sprake van een innerlijk contact met de sterrenwereld.
Zijn leerling Johannes Kepler daarentegen moest weinig hebben van dit intuïtief duiden. Hij rekende en rekende, aanvankelijk om astrologische redenen, maar later toen hij de astrologie verwierp (en haar zelfs bespotte), om de belangrijke natuurkundige omloopwetten van de planeten te ontdekken.
Zo kun je aan het leven van deze drie belangrijke personen zien hoe zij een ontwikkeling van eeuwen samenvatten in nog geen 50 jaar. Van een astrologie met een innerlijk leven dat diep verwant is met de kosmos, naar een astronomie die diezelfde astrologie (waar ze nota bene uit voortkwam) als bijgeloof op de schroothoop gooit. Tegelijk is dit natuurlijk de ontwikkeling van de mens die zich losmaakt van de godenwereld (en dus van de sterrenwereld) en zijn eigen leven wil gaan leiden. Hij wil zelf ontdekken, zelf de wereld bepalen, vanuit zijn eigen lijf en zintuigen. Daartoe heeft hij geen hulp van bovenaf nodig.

Heeft astrologie in onze tijd dan nog enige zin?
Niet als het beoefend wordt zoals tweeduizend jaar geleden. Er schuilen veel gevaren in, juist omdat er zo weinig binding is met de geestelijke wereld. Het ontbreekt de mens van nu aan een innerlijke diepte om te begrijpen waarom iemands lot zus en zo is, waarom hem een en ander overkomt, welke opdrachten zijn hogere ik hem heeft opgelegd tijdens zijn voorgeboortelijke leven. Er is überhaupt weinig kennis omtrent dit voorgeboortelijke leven, wanneer de mens door de planetensferen heen tot de aarde komt en daarvan meeneemt wat in zijn lot besloten ligt.
Zo is ook het kijken in de toekomst een hachelijke zaak. Bijna altijd komen daar egoïstische motieven om de hoek kijken. Er is sprake van een self-fullfilling prophecy. Je ziet wat je wilt zien. Dit kan verlammend werken op je voorgeboortelijke willen, op de ontwikkeling van je levensloop. Het kan je van je (onbewust uitgestippelde) pad afbrengen. Je manipuleert jezelf een donkere afgrond in.

Hoe kun je astrologie beoefenen en deze valkuilen toch vermijden?
Daarvoor moet je eerst het volgende in ogenschouw nemen. Het lentepunt, dat door de Grieken op nul graden Ram is vastgesteld, is in werkelijkheid door de precessie van de aarde in de loop der eeuwen een flink eind verschoven (en schuift ook steeds verder op). In onze tijd is dat al bijna een heel teken. Wat nu Ram genoemd wordt, is in werkelijkheid Vissen. Vissen is eigenlijk Waterman, etc.
Door deze verschuiving van het lentepunt kun je twee soorten astrologie onderscheiden. Eén die uitgaat van het lentepunt op nul graden Ram. Dat is de reguliere astrologie. En één die met de werkelijke gang der sterrentekens meebeweegt.
Er bestaat dus een zogenaamde dode of statische astrologie (de astrologie zoals wij die kennen), en een reëel levende, die uiterlijk nog nauwelijks bestaat maar zich misschien kan ontwikkelen. De eerste heeft zich in feite "vastgezet" in het begin van onze jaartelling en is niet met de mens mee geëvolueerd. Op geestelijk gebied heeft ze zich van de mens losgekoppeld. Wanneer we deze astrologie hanteren, doen we net alsof de mens sinds de oudheid geen ontwikkelingsweg is gegaan.

De toekomstige, nu nog ondergronds werkende astrologie zou juist wel de moderne ontwikkelingsweg in zich moeten dragen. Er wordt sporadisch mee gewerkt. De zaaikalender van Maria Thun bijvoorbeeld, die in de biologisch-dynamische landbouw wordt gebruikt, is hierop gebaseerd. Maar verder is dit nog onontgonnen gebied.
Hoe zal deze nieuwe "levende" astrologie er uit kunnen zien? Dat is moeilijk te zeggen. In ieder geval zal ze dienstbaar moeten zijn aan de innerlijke vrijheid van ieder mens. Dit vraagt een open, intuïtieve, onbevooroordeelde levenshouding.
Het oude zal met het nieuwe verbonden moeten worden. Niet het verwerpen van het oude werkt vruchtbaar, maar het omvormen van het oude in de richting van een spirituele vernieuwing. Dat is vaak een smal pad om te gaan. Het laveren tussen het starre van het verleden en de talloze dwaalwegen die de toekomst in zich draagt.

De astrologie zal ontdaan moeten worden van haar uiterlijke regels en wetten, van haar vastliggende lotsbestemming. We zullen de diepere gronden van onze levensloop weer moeten leren onderzoeken. De toegenomen innerlijke vrijheid zal een plek krijgen. Dan pas kan een astrologische duiding weer zin hebben.
De scheiding tussen de oude en de nieuwe astrologie zal duidelijker zichtbaar worden. In de oude astrologie heeft de mens zichzelf nog niet omgevormd, is hij niet van de geest doortrokken, en "gehoorzaamt" hij aan de oude wet van voorbestemming. Innerlijk staat hij stil.
In de nieuwe astrologie vormt hij zijn aardse eigenschappen geleidelijk om naar het geestelijke. De mens transformeert zichzelf tot op een hoger plan. Hij leert zijn karakter te beheersen en weet er sturing aan te geven. Innerlijk wordt hij steeds vrijer en onafhankelijker van zijn uiterlijke omstandigheden.
Hoe krachtiger en vrijer de mens innerlijk wordt, des te minder zal zijn geboortehoroscoop in overeenstemming blijken te zijn met zijn eigen wezen. De geboortehoroscoop zal in deze visie beschouwd gaan worden als een voorbijgaand iets. Het is een jasje dat de mens aantrekt om op aarde te kunnen komen.

Uiteindelijk, in een verre toekomst, zal de mens zijn eigen horoscoop overstijgen. De buitenkant past dan niet langer bij de inhoud. De oude, materialistische astrologie is nog slechts een fossiel overblijfsel uit een ver verleden. De mens zal vrij zijn van zijn oude omhullingen en tot de geest zijn gekomen. Hij is de astrologie voorbij.



*De belangrijkste astrologieboeken voor mij waren (met opmerkingen over hoe ik ze ervaren heb):

Else Parker - Astrologie en haar praktische toepassing.
Een integer, wat ouderwets boek (eerste druk 1953) dat vrijwel alle aspecten rond de interpretatie van de geboortehoroscoop overzichtelijk behandelt. Er wordt echter meer geduid dan dat er inzicht wordt gegeven.

Cornelis Gorter - De techniek der astrologie.
Standaardwerk en diepgaand studieboek uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Nogal technisch en rekenkundig. Richt zich uitsluitend op de manier waarop men tot berekeningen komt. Voor de wiskundigen onder ons.

Cornelis Gorter - Planetenloop en mensenlot.
Beschrijft hoe men een geboortehoroscoop kan interpreteren. Zeer uitgebreid, maar schiet af en toe uit de bocht bij al te eenduidige interpretaties. Een leerzaam boek, wanneer je oog hebt voor een af en toe optredend gebrek aan nuance.

Cornelis Gorter - Astrologische chronologie.
Een boek waarin dieper op tekens en symbolen wordt ingegaan. Met tal van voorbeelden hoe je een horoscoop kunt interpreteren. Een echt studieboek voor degene die meer over achtergronden wil weten. Een moeilijk boek dat je niet even in een paar weken uit leest.

Th.J.J. Ram - Psychologische astrologie.
Ook weer uit de jaren dertig van de vorige eeuw, net als Gorter, toen de astrologie in Nederland hoogtijdagen beleefde. Een toonaangevend, zeer uitgebreid boek, met nogal eigenzinnige interpretaties. De zon heet hier apollo, mercurius heet vulcanus, en voorzichtig worden de hypothetische planeten persephoné en hermes ingevoerd (hetgeen nog jaren in de Nederlandse astrologie-beoefening door zou werken).

Maurice Privat - Handboek der practische astrologie.
Een uit het Frans vertaald werk uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Somt meer op wat anderen hebben gezegd, dan dat er zelf onderzoek is gedaan. Gevaarlijk door al te boude uitspraken die wellicht door sommigen als waarheid worden gezien. Meer curieus dan leerzaam.

Simon Vestdijk - Astrologie en wetenschap.
Onze bekende romanschrijver heeft zich in het begin van zijn schrijverschap lange tijd verdiept in astrologie. Het resultaat van zijn zoektocht is een wetenschappelijke, mild kritische verhandeling over de wel of niet waarheden van astrologie. Kun je lezen als cultuurhistorisch en leerzaam studieboek.

Mellie Uyldert - Astrologie I (De kosmische samenhangen) en II (Aspekten).
The grand old lady van esoterisch Nederland heeft twee astrologieboeken geschreven. Je moet haar kennen om deze boeken te kunnen waarderen. M.a.w. ze bedoelt het goed, maar het komt er allemaal wat ongelukkig uit. Ze schiet af en toe ver door in haar interpretaties, wat haar beschrijvingen over het algemeen ongenuanceerd maakt.
Voor de geoefende astroloog goed behapbaar, voor leken een absolute afrader.

Michel Gauquelin - Astrology and science.
Geen leerboek over de interpretatie van een horoscoop, maar een wetenschappelijke zoektocht naar de werking en invloed van de stand van de hemellichamen.
De Fransman Michel Gauquelin was zoon van een bekende astroloog en wilde met zijn onderzoek (in de jaren vijftig van de vorige eeuw) aantonen dat de fundamenten van de astrologie niet met de praktijk klopten. Hij deed uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, o.a. met horoscopen van militairen, die volgens de astrologie een oververtegenwoordiging van de planeet mars in het eerste en tiende huis zouden moeten hebben en kwam tot de conclusie dat ... het statistisch gezien niet te verklaren was dat dit inderdaad de uitkomst was. Voor de wetenschappers onder ons.

Willi O. Sucher - Isis Sophia
Een schets van een geesteswetenschappelijke kosmologie, draagt dit boek als ondertitel. Voor wie niet thuis is in theosofie of antroposofie zal dit boek niet te volgen zijn. Het gaat voorbij aan wat voor de meeste mensen het vertrouwde wereldbeeld is. Voor insiders een must, juist vanwege de indelingen die gemaakt worden en de geesteswetenschappelijke samenhangen die daardoor ontstaan.

Elisabeth Vreede - Astronomie und Anthroposophie.
Eind jaren twintig van de vorige eeuw was de Nederlandse Elisabeth Vreede de toonaangevende stem in Dornach (Zwitserland), het centrum van de antroposofie, voor wat betreft astronomie en astrologie.
De vele artikelen die ze hierover schreef, zijn in dit boek verzameld. Onderzoekend, filosofisch, doorwrocht en diepgaand, steeds uitgaand van een antroposofisch wereldbeeld. Voor de niet-antroposofen onder ons niet of nauwelijks leesbaar. 
 
Bart J. Bok en L.E. Jerome - De mythe van de astrologie.
Klein boekje, of eigenlijk meer een pamflet, waarin krachtig stelling wordt genomen tegen de astrologie. Met goede, wetenschappelijke argumenten, zoals het wijzen op de precessie van de aarde waar de astrologie geen rekening mee houdt.

Dane Rudhyar - Astrologie en psychologie.
Een diepgaande studie naar de psychologische aspecten bij een horoscoopduiding.
Een belangrijk boek, dat voor het eerst de effecten van directe en retrogade planeten onderzoekt. De schrijver legt daarbij parallellen met de Griekse mythologie, de Prometheus-fase en de Epimetheus-fase van de planeten.

Martin Schulman - Karmische Astrologie.
De Duitser Martin Schulman neemt een geheel eigen plaats in binnen de astrologie. Hij beschrijft de horoscoop steevast vanuit een karmisch oogpunt. Het begrip reïncarnatie duikt daardoor veelvuldig in zijn teksten op. Voor wie hier niets mee kan: absoluut niet lezen. Voor wie hier ruimte aan kan geven, kan het inzichten aanreiken omtrent het eigen handelen, het omgaan met tekortkomingen etc. Er wordt veel gewerkt met maanknopen, gelukspunten, retrogade planeten.
Er zijn 5 delen in de reeks "Karmische Astrologie" verschenen.
Deel 1: Maansknopen en reïncarnatie.
Deel 2: Levensvreugde en het gelukspunt.
Deel 3: Retrogade planeten en reïncarnatie.
Deel 4: Karma van het nu.
Deel 5: Karmische relaties.

Drs. Karen Hamaker-Zondag - Psyche en astrologisch symbool.
Met de komst van Karen Hamaker, eind jaren zeventig van de vorige eeuw, is de Nederlandse astrologie-beoefening eindelijk volwassen geworden, zou je kunnen zeggen.
In haar eerste boek legt ze de psychologische fundamenten voor de astrologie, zich daarbij baserend op de psycho-analytische inzichten van Carl Gustav Jung. Jungiaanse astrologie, wordt dit wel genoemd.
Beschouwend, diepgaand, integer en tot op zekere hoogte wetenschappelijk verantwoord.
Een uitstekend begin om met astrologie is aanraking te komen, want wars van sensatiezucht en alles omtrent het eigen leven willen weten.

Drs. Karen Hamaker-Zondag - De astrologische duiding, deel 1 t/m 5.
De vijf standaardwerken die iedereen die zich met astrologie bezig houdt, zou moeten lezen.
Onderscheiden worden:
Deel 1: Elementen en kruizen als basis van de horoscoop.
Deel 2: Wezen en werking van planeten.
Deel 3: Aard en achtergrond van de huizen.
Deel 4: Analyse van aspecten.
Deel 5: Huisheren en huizenverbanden.

De kracht van deze boeken ligt in het feit dat de persoonlijke vrijheid (en dus een persoonlijke invulling) enige ruimte in de astrologische duiding krijgt. Steeds ook wordt teruggegrepen op de oorspronkelijke symboliek die achter de duiding verborgen ligt. Het gaat daarbij meer om het dieper liggende psychologisch motief dan om de uiterlijke verschijningsvorm daarvan.
Genuanceerd, verdiepend, steeds verbindingen leggend.

Drs. Karen Hamaker-Zondag - Het twaalfde huis.
Als een soort van toegift heeft Karen Hamaker een speciaal boek gewijd aan de werking van het twaalfde huis, een weinig begrepen constellatie omdat ze zo in het verborgene werkt.
Als ondertitel heeft dit boek: verbeelding en werkelijkheid. Voor de ervaren astroloog.

Drs. Karen Hamaker-Zondag - Handboek voor uurhoekastrologie.
Uurhoekastrologie heeft betrekking op alledaagse situaties waarin we ons bevinden. Trek op het moment dat je iets overkomt een horoscoop, en de duiding daarvan geeft richting aan wat je kunt verwachten omtrent dat onderwerp.
Uurhoekastrologie wordt al eeuwenlang gedaan, maar wordt hier voor het eerst uitvoerig beschreven. Op zich op de integere wijze die we van Karen Hamaker kennen, maar bij elkaar hangt dit onderwerp en deze manier van astrologie beoefenen zo van sensatiezucht aan elkaar, dat ik hier persoonlijk alleen maar vaklkuilen op (of eigenlijk in) de weg zie liggen.
Voor degene die zijn eigen leven graag vast wil zetten en er behoefte aan heeft geleefd te worden door planetenstanden, zal ik maar zeggen.