Hoofdbanner

De afgelopen decennia heeft zich een stille revolutie in ons Hollandse landschap voltrokken. Stil, omdat bijna niemand er van op de hoogte is. Een revolutie, omdat de al zo spaarzaam aanwezige natuur in ons landje nog meer in de verdrukking raakt.
De boeren hebben namelijk een nieuw verdienmodel ontdekt en inmiddels massaal toegepast: raaigras. Officieel heet dit Engels raaigras, lolium perenne. Het is dikker en steviger dan het ons bekende gewone gras, is eiwitrijk en heeft daardoor een hoge voedingswaarde. Reden voor de boeren om hun weilanden met vrijwel uitsluitend dit gras in te zaaien.
Maar, als neveneffect, dit raaigras is zo sterk en dichtbegroeid dat het alle andere gewassen verstikt. Geen enkele paardenbloem, boterbloem of ander kenmerkend oudhollandse weidebloem kan zich hier nog handhaven. Het gevolg is diepgroene weilanden zonder dat er een enkel afwijkend bloemetje bovenuit steekt. Typisch een voorbeeld van een monocultuur die alle mogelijke diversiteit aan planten en bloemen om zeep helpt. Eerder waren er al de eindeloze tuinbouwgronden, met name in polders als de Wieringermeer, die eenzelfde eentonige verbouwing van gewassen vertoonden, nu zijn er die zielloze weilandgronden bijgekomen.


Raaigras
   Een weiland met raaigras: geen weidevogel te bekennen
   (foto genomen eind maart 2024 te Friesland)


De gevolgen?  Geen bloemen, geen insecten, geen kleine roofdieren, geen vogels. Geen interactie vooral tussen flora en fauna. De doodsteek voor al het levende in ons toch al zo armzalig kikkerlandje. ‘U schiep natuur met stiefmoeders hand’, dichtte Potgieter al bijna twee eeuwen geleden. Sindsdien is het alleen maar erger geworden, zeker na de Tweede Wereldoorlog toen de kunstmest zijn intrede deed.
Tegelijk wordt er steeds meer gier de grond in geramd. Ging dat vroeger met zo’n strooier achter de tractor, waardoor het op de akkers terecht kwam, tegenwoordig wordt dat met grote machines de grond in geïnjecteerd. De stank, tot in de verre omtrek te ruiken, is dezelfde gebleven.
Ook worden er, zoals bekend, nog steeds erg veel pesticiden en andere bestrijdingsmiddelen gebruikt in de landbouw. Met name bij de ieder jaar weer grondig ontsmette maisvelden, bedoeld als opbrengst voor de grote hoeveelheden vee die ons land herbergt. Boeren en tuinders verantwoordelijk stellen voor natuurbehoud, zoals de politiek dat graag wil zien, is onszelf voor de gek houden. Ze geven alleen om hun eigen bedrijf, werken daar keihard voor, met in het hoogseizoen met werkweken van wel 80 uur, dat zeker, maar zijn er alleen maar op uit om zo veel mogelijk geld te verdienen. Dat is wat hen drijft. De natuur zit hen daarbij nadrukkelijk in de weg.
Ik kom zelf uit een tuindersgezin, ver weg op het platteland, met om ons heen alleen maar boeren en andere tuinders, en als kind al zag ik hoe overtollige bestrijdingsmiddelen gewoon de sloot in werden gekieperd. Dan waren de tuinders er tenminste van af. Geen haan die ernaar kraaide (behalve die van mij*, ha).

Dat raaigras. Opnieuw een zorgwekkende verschraling van de natuur in ons land. Vroeg of laat keert de wal het schip. Geen insecten, geen bestuiving van planten en bloemen. Natuurlijk, dat kun je technisch opvangen door bijen bijvoorbeeld kunstmatig te kweken in grote kassen, zoals nu in België gebeurt. Deze bijen kun je dan tussen de fruitbomen in de Betuwe uitzetten, zoals nu bij gebrek aan natuurlijke bijen daar plaatsvindt, maar je voelt op je Hollandse klompen aan dat zo’n technische ingreep alleen op korte termijn werkt. Op de lange termijn zal er zo’n grote verstoring in de natuur plaatsvinden, dat deze terug zal slaan. Hoe? In de vorm van nieuwe ziektes die de mens zullen overvallen. Onverklaarbare ziektes als die van Parkinson, verschillende nieuwe vormen van kanker etc. De natuur is sterker en wijzer dan wij ons kunnen indenken. Ze zal ons overwinnen, ook als, of juist als, onze techniek ons zoveel vooruitgang lijkt te bieden. Des te meer wij ons van de natuur vervreemden, des te sterker zal ze ons achtervolgen, met steeds krachtiger wapens.

Het hebzuchtige draagt het al als anagram in zich, dit raaigras. Je hoeft er alleen maar de letter g voor te verzetten. Raaigras wordt dan graai-ras. Een plantensoort om geld aan te verdienen ten koste van de natuur. Wanneer wordt de politiek (of een milieuorganisatie) wakker om hier aandacht aan te schenken?   


* Vanaf mijn 7e had ik, gestimuleerd door mij (helaas vroeg overleden) vader een eigen tuintje. Ik kweekte daar mijn eigen aardbeien, kruisbessen en andere planten. Later had ik konijnen, tortelduiven, cavia's en (mijn trots) een koppel kippen met een haan. Hendrik heette hij. Heeft een keer mijn broedse kip doodgepikt. Omdat ie er niet op mocht 'duiken'. Later nog weer van de eigen eieren een tweede koppel kippen met haan gecreëerd. Met een nieuw kippenhok achter de schuur. Toen ik in Amsterdam ging studeren, is alles verkocht of weggebracht. Mijn moeder miste in één keer een stuk gezelligheid, zei ze later nog vaak.