Zoveel mensen, zoveel visies, zoveel meningen over hoe het leven in elkaar zit. Aan diversiteit geen gebrek. De werkelijkheid is persoonsgebonden, weet men in de filosofie sinds Nietzsche: de werkelijkheid is afhankelijk van hoeveel waarheid (hoeveel licht) men kan verdragen.
De werkelijkheid in haar geheel te omvatten is onmogelijk, daar is iedereen het wel over eens. We kijken allemaal door een soort van brievenbus naar buiten en zien dat als onze werkelijkheid. Wat daar buiten valt zien we niet. Maar we weten niet wat we niet zien.
Grappig en tegelijkertijd veelzeggend is dat veel specialisten hun brievenbusuitzicht extrapoleren naar de gehele wereld zoals die er is. Ze maken zo hun 'kortzichtige' visie tot een alomvattende filosofie van de mens en de wereld. Voorbeelden te over.
Neurologen als Dick Swaab constateren uit onderzoek dat ons brein al besluiten heeft genomen voordat onze hersenen daadwerkelijk actief kunnen zijn. Hun conclusie is dat al ons denken en handelen daarom voortkomen uit ons brein. Wij zijn ons brein, zegt Dick Swaab letterlijk. In ons brein ligt alles al vast, bij de geboorte al, in de complexe samenstelling van atomen en moleculen waar wij uit bestaan. Kun je die 'lezen', dat kun je het leven van de desbetreffende mens voorspellen. Een vrije wil bestaat niet. Alles is brein, het hele leven is brein, of we het nu leuk vinden of niet.
Evolutiebiologen als Richard Dawkins beweren dat de mens een machine is die door continue aanpassingen aan uiterlijke leefomstandigheden steeds succesvoller is geworden. De onderdelen van deze machine zijn atomen en moleculen, verstopt in onze genen. Het vermogen tot aanpassing en verandering vindt plaats door middel van mutaties in de genen. De mens wordt geboren, dat wil zeggen eicel en zaadcel met hun verschillende genen komen bij elkaar, de mens leeft een tijdje en gaat dan weer dood. Behalve dat de mens een machine is, is er niets. De rest is illusie. Er is geen doel, behalve dan de soort in stand houden. Opvallend is dat deze visie ontstaan is in de tijd dat het meeste fysieke werk van mensen door machines is overgenomen.
Ook het ontstaan van het leven op aarde wordt zo verklaard. Bepaalde atomen en moleculen kwamen onder bepaalde omstandigheden in een soort van oersoep met elkaar in aanraking en er was opeens leven. Eerst nog eenvoudig in de vorm van eencelligen, maar al gauw ingewikkelder.
Gelovige mensen denken dat zij geschapen zijn door God. Hoe dat precies in zijn werk is gegaan weten zij niet: dat is nu juist hun 'geloof'. God heeft hen op de wereld gebracht.
Voor hen is alles God. De Bijbel, waarin God's woord geschreven staat, is hun bron en houvast. Teleurstellingen zijn beproevingen van God afkomstig. Succes wordt gezien als een beloning van God. God's wegen zijn ondoorgrondelijk: dat helpt het leven aanvaarden zoals dat zich voordoet. Bidden helpt daarbij: dat is rechtstreeks vragen om gunsten en verlichting. Het leven ligt in God's handen. Of zoals iemand dat een keer uitdrukte: "De mens is slechts een pluisje op de hand van God". De hemel is waar zij uiteindelijk belanden, als een soort van opname, voor altijd veilig in God's handen. Tot in eeuwigheid, amen. Een geruststellend idee, natuurlijk.
In ons computertijdperk zijn er mensen die denken dat de mens een computer is. Dus is de mens met slimme technologie na te maken. Kwestie van goed analyseren en detecteren hoe al onze atomen en moleculen samenwerken en voor activiteiten zorgen. Onze hersenen zijn hiervoor het uitgangspunt. Artificial intelligence wordt al op veel universiteiten onderwezen. Men gaat ervan uit dat in de toekomst zelflerende computers in de vorm van robots het van de mens zullen overnemen. Zelfs machtiger kunnen worden dan de mens en deze zo tot slaaf kunnen maken. Hetgeen een groot gevaar inhoudt. Wetenschappers als Robbert Dijkgraaf waarschuwen hier al voor.
Zo zijn er nog vele andere visies die geëxtrapoleerd naar de hele wereld nogal eenduidig en simplistisch overkomen. Zoals het idee van the survival of the fittest, dat grote invloed had op de verspreiding van het marktmechanisme in het economische verkeer, in de tijd dat het Darwinisme steeds meer voet aan de grond kreeg. Of het geloof in het bestaan van ufo's en aliens, in de tijd dat de mens door middel van telescopen, raketten en ruimteschepen het universum ging verkennen.
Zelf laat ik alle opties zoveel mogelijk open, mij ervan bewust zijnde dat ook ik door een brievenbus naar buiten kijk. Ik weet niet wat ik niet weet*, ik zie niet wat ik niet zie. Alles kan, alles is mogelijk, zoals de wetenschapsfilosoof Paul Feuerabend dat verwoordde. Laten we openstaan voor alles wat we niet begrijpen. En laat de verwondering ons resten.
*Alleen de dichters weten wat ze niet weten, begint het gedicht Credo van Hans Andreus. Maar ook dat is natuurlijk niet waar. Al begrijp ik wel wat hij hiermee bedoelt.
Kijken door een brievenbus
Plaats reactie